WIE ZIJN WE?
WING (War Is Not a Game) is een in Brussel gevestigd platform dat zich richt op het voorkomen en stoppen van de rekrutering van kindsoldaten, op het ondersteunen van ontwapening, op demobilisatie en herintegratie, op het bewustmaken van het grote publiek van de kwestie van de kindsoldaten en op het doen van onderzoek op dit gebied.
ONS STANDPUNT
Kindsoldaten vormen de kern van de activiteiten van WING.
We moedigen de Belgische en internationale overheden sterk aan om:
-
De bescherming tegen werving en elke deelname aan gevechten te versterken door de naleving van het internationale recht te verbeteren.
-
De rekrutering en deelname van kinderen aan vijandelijkheden te voorkomen door de instelling van monitoringmechanismen en bewustmakings- en trainingsprogramma's.
-
De re-integratie van het kind aangepast aan zijn aard en behoeften te verbeteren.
©Jesùs Abad Colorado
© Pierre Holtz | UNICEF CAR
EEN WERELDWIJD PROBLEMATIEK
SOMMIGE BETROKKEN LANDEN
Het probleem van kindsoldaten is wereldwijd. Het zou op dit moment om zo'n twintig landen, verspreid over vier van de vijf continenten gaan: Latijns-Amerika, Afrika, Azië (inclusief het Midden-Oosten) en zelfs Europa.
Naarmate conflicten complexer en langduriger worden, hebben regeringstroepen en gewapende groepen een grotere neiging om kinderen direct of indirect te gebruiken om hun gelederen te versterken.
Hieronder geven we u als voorbeeld 6 landen met totaal verschillende conflicten en situaties die te maken hebben (gehad) met het probleem van het gebruik of de rekrutering van kinderen in strijdkrachten of gewapende groepen. Hiermee willen we de gemeenschappelijke kenmerken en bijzonderheden van dit internationale probleem laten zien.
© UNICEF
© UNICEF RDC 2011 | Asselin
© REUTERS | Thaier Al Sudani
BELGIË
Het aantal Belgische kinderen in het huidige "kalifaat" -gebied in het Midden-Oosten wordt tussen de 130 en 140 geschat. Volgens de beschikbare informatie is 75% van hen minder dan 6 jaar oud. 105 kinderen zouden in Syrië geboren zijn. Dat roept de vraag op wat de toekomst is van deze kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende groepen.
Kinderen die in strijd met het internationale recht door gewapende groepen worden aangeworven, moeten in de eerste plaats als slachtoffer worden beschouwd. Ze mogen niet worden gearresteerd of vervolgd vanwege hun lidmaatschap of associatie met gewapende groepen alleen, re-integratie- en rehabilitatiemaatregelen moeten altijd voorop staan.
​
* bron: website van de 'Délégué Général aux droits de l'enfant' [equivalent van de Kinderrechtencommissaris bij de Franse Gemeenschap]
DR CONGO
De rekrutering van kinderen in gewapende groepen en strijdkrachten is sinds 1996 gedocumenteerd als een groot probleem in de DRC. Vanaf dat moment versterkten de spanningen als gevolg van de Rwandese burgeroorlog en genocide de problemen in het buurland. Tussen 1998 en 2002 was naar schatting 40% van de leden van gewapende groeperingen minderjarig, en volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) was meer dan een derde van de 300.000 kindsoldaten ter wereld actief in de DRC[1].
​
In 2002, na de ondertekening van het Sun City Peace Agreement tussen de strijdende partijen, werden de voormalige rebellen geïntegreerd in het Congolese nationale leger, de strijdkrachten van de Democratische Republiek Congo (FARDC) en werd er speciaal voor kindsoldaten een DDR-proces opgestart.
Kinderen die in strijd met het internationale recht door gewapende groepen worden aangeworven, moeten in de eerste plaats als slachtoffer worden beschouwd. Ze mogen niet worden gearresteerd of vervolgd vanwege hun lidmaatschap of associatie met gewapende groepen alleen, re-integratie- en rehabilitatiemaatregelen moeten altijd voorop staan.
* bron: website van de 'Délégué Général aux droits de l'enfant' [equivalent van de Kinderrechtencommissaris bij de Franse Gemeenschap]
[1] International Labour Office, Wounded Childhood: The Use of Children in Armed Conflicts in Central Africa, april 2003.
IRAK
Onder dwang van hun ouders of gedwongen door de strijders van het regime, werden de 'Lion Cubs of the Califat' maandenlang naar trainingskampen in Mosul, Farouk of Raqa gestuurd om te radicaliseren en te leren vechten, te leren incasseren en te leren omgaan met wapens. Ze werden gedwongen wreedheden te doorstaan en de ergste wreedheden te begaan om de territoria van het kalifaat uit te breiden, jihadistische salafistische ideologie op te leggen en "de ongelovigen" te verdrijven.
Tegenwoordig worden ze, zwaar getraumatiseerd en uiterst kwetsbaar, achtergelaten om voor zichzelf te zorgen of opgesloten in kampen zonder dat de internationale gemeenschap zich hun lot aantrekt. 1500 van hen worden, ondanks hun status als slachtoffers onder het internationaal recht, vastgehouden in Iraakse gevangenissen en nog steeds als schuldigen beschouwd door de Iraakse regering.
© AFP Photo | Luis Robayo
© PLAN INTERNATIONAL
© Joao Bolan
COLOMBIA
Het Colombiaanse gewapende conflict is ontzettend complex vanwege de duur (nog steeds aan de gang), de financieringsbron (de drugssmokkel) en het grote aantal betrokken partijen. Door de jaren heen hebben staatstroepen (reguliere strijdkrachten en politiekorpsen), uiterst linkse guerrillastrijders (FARC, ELN, ...), stedelijke milities (M-19, ...), extreem rechtse paramilitaire milities, enz tegen elkaar gestaan. In bijna 30 jaar zouden de guerrillas bijna 11.000 kinderen gerekruteerd hebben (volgens het Colombiaanse Parket).
Op 15 mei 2016 tekenden de regering en de FARC een vredesverdrag in Havana. Tot de maatregelen van de overeenkomst behoren de geleidelijke ontwapening van de marxistische guerrillastrijders, de demobilisatie van alle minderjarigen onder de 18 jaar en hun herintegratie in het burgerleven. Maar in 2018 verandert de regering en wordt het vredesakkoord erger en erger ... In Colombia wordt er sterk van uitgegaan dat dissidente guerrillagroepen de gelederen hervormen en de wapens weer opnemen.
NEPAL
Nepal is een van de armste landen in Zuid-Azië, grotendeels afhankelijk van landbouw en overboekingen van emigranten. Sinds het einde van de negentiende eeuw wordt zijn geschiedenis gekenmerkt door aanhoudende politieke instabiliteit en aanzienlijke sociale ongelijkheden. Dit heeft, tussen 1996 en 2006, geleid tot een burgeroorlog met bijna 13.000 doden en 200.000 ontheemden.
Tijdens het conflict vond er bij de maoïstische opstandelingen een massale rekrutering van kindsoldaten plaats. Dit ging in een zo alarmerend tempo dat het de aandacht trok van de internationale gemeenschap en de Verenigde Naties. In 2002 namen de Secretaris-Generaal van deze organisatie en zijn Speciale Vertegenwoordiger, Nepal voor het eerst op in hun jaarverslag over kinderen in gewapende conflicten. Hierbij evalueerden zij de situatie in 2001 in het land en legden speciale nadruk op de wervingspraktijk en het gebruik van kindsoldat
OEKRAÏNE
​
In Oekraïne blijven kinderen lijden onder het conflict; sinds het begin van het conflict hebben bijna tweehonderd van hen hun leven verloren. Aanhoudende gevechten vormen een fysiek gevaar voor kinderen die op de frontlinie in Donbass wonen.
Er zou een groot aantal trainingskampen bestaan waar kinderen worden opgeleid om wapens te gebruiken, granaten te vermijden, of te leren zich in gevechtszones te verplaatsen. Sommigen pretenderen dat jonge minderjarigen niet naar de frontlinie van de gevechten worden gestuurd. Oekraïne beweert dat het waarborgen van de rechten van het kind een hoge prioriteit voor het land heeft.
GETUIGENISSEN
"Ik was 11 jaar oud toen ik voor het eerst over de oorlog en de slachtoffers op de radio hoorde praten. Omdat ik nog maar een kind was, besteedde ik er geen aandacht aan."
LENIN, NEPAL
"Het moeilijkste voor mij was het om tussen vier muren in een appartement te moeten wonen, ik moest de deur open laten, want als deze gesloten was, voelde ik me alsof ik in de gevangenis zat en dat maakte me bang."
ALBERTO, COLOMBIA
"Twee militaire leiders maakten ruzie om mij om hun vrouw te worden. Ze konden het niet eens worden, dus besloten ze me te vermoorden".